Inleiding
Hoofdstuk 15 Bal kent een uitzondering voor logiesfuncties. Bij logiesfuncties denken we spontaan aan hotels, pensions en Bed&Breakfasts. Maar ook aan campings, vakantieparken en andere recreatieve gelegenheden. Logiesfuncties zijn dus uitgezonderd van hoofdstuk 15 Bal. Ja, maar toch is dit te snel door de bocht. Want onder het gras van de uitzondering schuilt een adder. Niet voor niets heb ik achter de titel van dit blog-artikel een vraagteken geplaatst. Hieronder zal ik vertellen waarom logiesfuncties bedacht moeten zijn als het gaat om de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal.
Leeswijzer
Eerst zal ik de wettekst aanhalen waarin de uitzondering voor logiesfuncties is opgenomen. De wettekst is vreselijk ingewikkeld en vraagt om nogal wat uitleg. Misschien is al die uitleg voor jou wat te veel van het goede. Je kunt dan volstaan met het lezen van de samenvatting. Daarin heb ik weergegeven waar de uitzondering in de praktijk op neerkomt. De samenvatting volgt direct op de wettekst.
Mocht je toch nieuwsgierig zijn naar de uitleg, dan kun je na de samenvatting graag verder lezen. Je begint dan met enkele opmerkingen vooraf. Daarna zal ik je stapsgewijs door de wettekst loodsen. We zullen stilstaan bij twee centrale begrippen. Dat zijn de begrippen ‘logiesfunctie’ en ‘logiesverblijf’. Van beide zal ik voorbeelden geven.
Vervolgens zullen we drie varianten bespreken van badwaterbassins in logiesfuncties. Ook daar zal ik voorbeelden van geven.
Ten slotte zal ik schetsen welke betekenis deze varianten hebben voor de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal. Dan zal de aap uit de mouw komen of – zo je wilt – de adder uit het gras.
Het blog-artikel sluit af met een korte conclusie en de aankondiging van een volgend blog-artikel.
De uitzondering voor logiesfuncties volgens artikel 15.1, tweede lid
Hoofdstuk 15 Bal kent een uitzondering voor logiesfuncties. Dat lezen we in artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b. Letterlijk staat er:
“Dit hoofdstuk gaat niet over het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin in een badruimte of een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving.”
Dit is een vreselijk ingewikkelde en lange zin. Wat staat daar nu in vredesnaam? Hoe moeten we de uitzondering begrijpen? Wees gerust, ik loods je er wel doorheen.
Samenvatting
Hoofdstuk 15 Bal kent een uitzondering voor logiesfuncties. De uitzondering is opgenomen in artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b. Nu zal een hotelexploitant of een campinghouder misschien denken: ‘Wel, ik heb een logiesfunctie. Dus met hoofdstuk 15 Bal heb ik niet van doen.’ Dat beeld behoeft snel nuancering.
De wetgever heeft het over ‘badwaterbassins in een badruimte van een logiesfunctie’. Ook lezen we over ‘badwaterbassins in een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie’. In de praktijk gaat het bijvoorbeeld om de badkuip in een hotelkamer. Een voorbeeld is ook het zwembad in de tuin van een vakantiehuisje. Inderdaad is hoofdstuk 15 Bal hierop niet van toepassing. Dat is zelfs zo bij een gedeelde badruimte op de gang van een hostel.
Stopt het verhaal hiermee? Nee, want een logiesfunctie heeft ook gedeelten die wel ‘gezamenlijk’ zijn. Dat soort gedeelten noemt de wettekst niet. Dus zijn ze ook niet uitgezonderd. In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om een zwembad bij het restaurant van een vakantiepark. Ander voorbeeld is het zwembad op het dakterras van een hotel. In die gevallen is hoofdstuk 15 Bal gewoon van toepassing.
Enkele opmerkingen vooraf
Openstaande vraag
Mijn eerste opmerking herinnert aan een openstaande vraag. Die vraag stamt uit mijn blog-artikel over de betekenis van het element ‘het gelegenheid bieden tot’. Misschien is het goed om even daarnaar terug te grijpen.
De betekenis van het element ‘het gelegenheid bieden tot’ ligt in de gerichtheid op een ander. Deze betekenis leidt tot een grijs gebied. Zo vroegen we ons af wat we moeten vinden van badwaterbassins in hotels, pensions, Bed&Breakfasts en op campings en dergelijke. Vallen die badwaterbassins onder de werking van hoofdstuk 15 Bal? Dit blog-artikel wil deze openstaande vraag beantwoorden.
Meer dan hoofdstuk 15 Bal
In een van mijn eerdere blog-artikelen heb ik het gehad over de vindplaats van de nieuwe zwemwater-regelgeving. Die vindplaats is hoofdstuk 15 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Maar in artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b, gebeurt er iets opmerkelijks. Dat artikel dwingt ons om met een schuin oog te kijken naar een ander besluit binnen de omgevingswetgeving.
Dit is een belangrijk punt. Het doet ons beseffen dat de wereld van de nieuwe zwemwater-regelgeving groter is dan hoofdstuk 15 Bal. Als het gaat om logiesfuncties zullen we ook oog moeten hebben voor het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Dit fenomeen zullen we nog wel vaker tegenkomen. Openbare zwembaden bijvoorbeeld zullen energiebesparende maatregelen moeten nemen. Dat blijkt uit hoofdstuk 3 Bal. Welke maatregelen dat zijn, volgt uit de Omgevingsregeling. Ander voorbeeld is de onderzoeksplicht naar RVS binnen zwembaden. De onderzoeksplicht naar RVS is opgenomen in het Bbl. Hoe die onderzoeksplicht er concreet uitziet, blijkt weer uit de Omgevingsregeling. Later zal ik hier een apart blog-artikel over schrijven.
Andere blog-artikelen
Mijn laatste opmerking gaat over de beginwoorden van onderdeel b. Het betreft de zinssnede ‘Dit hoofdstuk gaat niet over het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden in een badwaterbassin (…)’. Over het element ‘het gelegenheid bieden tot’ heb ik al een blog-artikel geschreven. Ook over het element ‘zwemmen of baden’ en het begrip ‘badwaterbassin’ kun je blog-artikelen lezen. Kortheidshalve verwijs ik daarnaar.
Centrale begrip ‘logiesfunctie’
Nu moeten we er goed voor gaan zitten. Wat willen we? We willen allereerst de uitzondering voor logiesfuncties goed begrijpen. Maar boven alles willen we weten of logiesfuncties ook écht zijn uitgezonderd. In de wettekst staat het begrip ‘logiesfunctie’ centraal. Daarom kies ik dit begrip als vertrekpunt voor onze zoektocht. Laten we eens kijken wat de wetgever verstaat onder het begrip ‘logiesfunctie’. Daarbij zal ik enkele voorbeelden geven.
Wat is volgens de wetgever een ‘logiesfunctie’?
Centraal in artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b, staat het begrip ‘logiesfunctie’. Wat verstaat de wetgever onder ‘logiesfunctie’? De wetgever verwijst naar bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving. Als je in die bijlage gaat zoeken naar het begrip ‘logiesfunctie’, dan vind je in onderdeel B de volgende definitie.
Een logiesfunctie is:
‘een gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen’.
Dit moeten we op ons laten inwerken. Een logiesfunctie, zegt de wetgever, is een gebruiksfunctie. Die gebruiksfunctie bestaat uit het bieden van recreatief verblijf (aan personen). Ook kan de gebruiksfunctie bestaan uit het bieden van tijdelijk onderdak aan personen. Dat is wat er staat.
‘Logiesfunctie’ – voorbeelden
Kunnen we dit concreet maken? Nou, denk eens aan een gebouw. Een gebouw heeft een gebruiksfunctie. Het gebruik is ‘het bieden van recreatief verblijf’. Het gebruik kan ook zijn ‘het bieden van tijdelijk onderdak aan personen’. In de volksmond noemen we zo’n gebouw hotel. Immers, kenmerkend voor een hotel is het gebruik als recreatief verblijf of als tijdelijk onderdak voor personen.
Ook terreinen kunnen een logiesfunctie hebben. Denk bijvoorbeeld aan een vakantiepark dat recreatief verblijf of tijdelijk onderdak biedt aan personen.
Hotels en vakantieparken zijn dus voorbeelden van een logiesfunctie. De wetgever geeft nog andere voorbeelden van logiesfuncties, zoals vakantiehuisjes. Verder noemt de wetgever het voorbeeld van een appartement of woning of een groepsaccommodatie zoals een vakantieboerderij. Wij kunnen hier rustig andere recreatieve gelegenheden aan toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan Bed&Breakfasts en campings.
Ander centraal begrip: ‘logiesverblijf’
Er is nog een ander centraal begrip dat aandacht vraagt. Dat is het begrip ‘logiesverblijf’. Je komt dit begrip tegen in dezelfde bijlage bij het Bbl. Nu is de vraag wat de wetgever verstaat onder ‘logiesverblijf’. Ook daarbij enkele voorbeelden.
Wat is volgens de wetgever een ‘logiesverblijf’?
Volgens de wetgever is een logiesverblijf:
‘een voor een enkel persoon of een afzonderlijke groep personen bestemd gedeelte van een logiesfunctie’.
Ook dit moeten we op ons laten inwerken. Nog steeds hebben we te maken met een logiesfunctie. Punt echter is nu dat een logiesfunctie bestaat uit ‘gedeelten’. Die gedeelten noemt de wetgever ‘logiesverblijven’. Sommige gedeelten zijn bestemd voor een enkel persoon. Andere gedeelten zijn weer bestemd voor een afzonderlijke groep van personen.
‘Logiesverblijf’ – voorbeelden
Hét voorbeeld van een logiesverblijf is natuurlijk de hotelkamer. De hotelkamer is immers een gedeelte van de logiesfunctie ‘hotel’. Dat gedeelte is bestemd voor een enkel persoon of een afzonderlijke groep van personen. In de volksmond spreken we over een eenpersoonskamer en een twee- of driepersoonskamer.
Ander voorbeeld is een vakantiehuisje. Een vakantiehuisje is een gedeelte van de logiesfunctie ‘vakantiepark’. Het vakantiehuisje is bestemd voor een enkel persoon of een afzonderlijke groep van personen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de stacaravan op een camping.
Varianten van badwaterbassins in logiesfuncties
Opmerking vooraf
Langzaamaan naderen we ons doel. Steeds korter komen we bij het antwoord op onze vraag of logiesfuncties ook écht zijn uitgezonderd. De volgende stap in onze zoektocht richt zich op varianten van badwaterbassins in logiesfuncties. Dat zijn er drie. Je kunt ze herkennen als je de tekst van artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b, heel zorgvuldig leest.
De wetgever heeft het allereerst over ‘badwaterbassins in een badruimte van een logiesfunctie’. Ook lezen we over ‘badwaterbassins in een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie’. Dat zijn alvast twee varianten. En de derde?
De derde variant staat niet met zoveel woorden in de wettekst. Wel kun je deze variant eruit afleiden. Dat zijn dan ‘badwaterbassins in een gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie’. Dit is de adder onder het gras waarover ik in het begin van dit blog-artikel sprak.
Deze drie varianten zal ik nu kort bespreken. Daarna zullen we eindelijk zien wat de varianten betekenen voor de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal.
Badwaterbassins in een badruimte van een logiesfunctie
Logiesfuncties hebben badruimten. Deze badruimten beschikken over een badwaterbassin. Wat moeten we er ons bij voorstellen? Heel simpel: de badkuip in de badkamer van een logiesverblijf in een hostel.
De oplettende lezer zal nu meteen aan de bel trekken. Terecht zal hij erop wijzen dat hier een gelijkenis opdoemt met de privé-badkuip thuis. Privé-baden vallen niet onder de werking van hoofdstuk 15 Bal. Dat hebben we gezien in het blog-artikel over de betekenis van het element ‘het gelegenheid bieden tot’. Kunnen we de lijn doortrekken?
Badwaterbassins in een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
Logiesfuncties hebben ook gedeelten die niet-gezamenlijk zijn. Wanneer zijn gedeelten ‘niet-gezamenlijk’? Artikel 2.7, derde lid, Bbl biedt hulp. Een gedeelte van een logiesfunctie is niet-gezamenlijk, zegt dat artikel, ‘als dat gedeelte niet wordt gebruikt door meer dan één logiesverblijf’.
Een voorbeeld mag het verduidelijken. Stel, een vakantiepark kent tien vakantiehuisjes. Elk vakantiehuisje beschikt over een eigen tuin met een zwembad. Dat zwembad is alleen toegankelijk voor de bewoners van dat ene vakantiehuisje waar het zwembad bijhoort. Welnu, het vakantiepark is de logiesfunctie en de vakantiehuisjes zijn de logiesverblijven. De tien zwembaden zijn gedeelten van de logiesfunctie die niet-gezamenlijk zijn. Immers, elk zwembad is alleen bedoeld voor de bewoners van het ene vakantiehuisje. Bewoners van het naastgelegen vakantiehuisje hebben tot dat zwembad geen toegang.
Weer hoor ik de bel. Het zal wel van dezelfde oplettende lezer zijn. Want hier is een gelijkenis met een privé-zwembad in de achtertuin van een huurwoning. Een dergelijk zwembad valt niet onder de werking van hoofdstuk 15 Bal. Dat hebben we gezien in het blog-artikel over de uitzondering voor huishoudens. Kunnen we ook hier de lijn doortrekken?
Badwaterbassins in een gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
Ten slotte de derde en laatste variant: badwaterbassins in een gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie. Wederom een voorbeeld. Stel, op het vakantiepark ligt bij het restaurant een zwembad. De bewoners van alle vakantiehuisjes kunnen gebruikmaken van dat ene zwembad. Ook nu volgen we maar braaf de redenering. Het vakantiepark is de logiesfunctie. De vakantiehuisjes op het vakantiepark zijn de logiesverblijven. Het ene zwembad bij het restaurant is een gedeelte van de logiesfunctie. Dat gedeelte is gezamenlijk. Immers, het zwembad is toegankelijk voor alle bewoners.
Ander voorbeeld: een zwembad op het dakterras van een hotel. Het hotel is de logiesfunctie en de hotelkamers de logiesverblijven. Het zwembad op het dakterras is het gedeelte van de logiesfunctie dat gezamenlijk is. Immers, het zwembad is toegankelijk voor alle hotelgasten.
Vallen in deze twee voorbeelden lijnen door te trekken? We zullen het aanstonds zien.
Betekenis varianten voor toepasselijkheid hoofdstuk 15 Bal
Goed, we weten wat logiesfuncties en logiesverblijven zijn. We hebben ook drie varianten onderzocht waaronder badwaterbassins in logiesfuncties zich voordoen. Nu gaan we de puntjes op de i zetten. We zullen bij elke variant bezien of we lijnen kunnen doortrekken. Dan zal blijken welke invloed dit heeft op de toepasselijkheid van hoofdstuk 15 Bal.
Badwaterbassins in een badruimte van een logiesfunctie
Inderdaad kunnen we hier de lijn doortrekken vanuit het privé-bad thuis. In de thuissituatie is sprake van een huishouden. Hoofdstuk 15 Bal is dan niet van toepassing omdat niet voldaan is aan het element ‘het gelegenheid bieden tot’. Een badwaterbassin in een badruimte van een logiesfunctie lijkt op deze thuissituatie. Het is een situatie die vergelijkbaar is met een huishouden. Immers, of ik thuis in de badkuip lig of in de badkuip van mijn hotelkamer. Dat maakt geen verschil. Daarom is op de badkuip in de badkamer van een hostel hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing. Dat zegt artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b, nadrukkelijk. Dit geldt zelfs, zegt de wetgever in de Nota van Toelichting, als de badruimte bedoeld is voor gezamenlijk gebruik. Denk hierbij aan een gedeelde badkamer op de gang.
Badwaterbassins in een niet-gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
Ook hier kunnen we de lijn doortrekken. Privé-baden in de achtertuin van een huurwoning vallen niet onder hoofdstuk 15 Bal. Dit hebben we gezien in het blog-artikel over de uitzondering voor huishoudens. Dan maakt het geen verschil als ik met mijn gezin in een zwembad lig in de tuin van een vakantiehuisje. Daarom is op het zwembad in de tuin van een vakantiehuisje hoofdstuk 15 Bal niet van toepassing. Ook dit blijkt uitdrukkelijk uit artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b.
Badwaterbassins in een gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie
Bij badwaterbassins in een gezamenlijk gedeelte van een logiesfunctie houdt elke gelijkenis met privé-baden op. Daarom staan dergelijke badwaterbassins in artikel 15.1, tweede lid, onderdeel b, niet genoemd. Het zwembad bij het restaurant van een vakantiepark valt dus gewoon onder hoofdstuk 15 Bal. Dat geldt evenzeer voor het zwembad op het dakterras van een hotel.
Conclusie
Hotels, pensions, Bed&Breakfasts, vakantieparken, campings en andere recreatieve gelegenheden hebben een logiesfunctie.
Badruimten in logiesfuncties vallen niet onder hoofdstuk 15 Bal. Voorbeeld is de badkamer in een hotelkamer of een gedeelde badruimte op de gang van een pension.
Logiesfuncties kunnen gedeelten hebben die niet-gezamenlijk zijn. Ook die gedeelten vallen buiten de werking van hoofdstuk 15 Bal. Voorbeeld is het zwembad in de tuin van een vakantiehuisje.
Gedeelten van een logiesfunctie die wel gezamenlijk zijn, vallen juist wel onder hoofdstuk 15 Bal. Voorbeeld is een zwembad op een vakantiepark dat toegankelijk is voor alle bewoners van het vakantiepark. Ander voorbeeld is een zwembad op het dakterras van een hotel dat toegankelijk is voor alle hotelgasten.
Volgend blog-artikel
In mijn volgende blog-artikel zal ik ingaan op de uitzondering van artikel 15.1, tweede lid, onderdeel c. Het gaat dan om badwaterbassins die tijdelijk zijn opgesteld.