In mijn vorige artikel heb ik met een aantal suggesties antwoord gegeven op de vraag ‘wanneer doe ik het juridisch goed?’ Hieronder zal ik de suggesties verder toelichten.
Suggestie 1
zorg voor aantoonbaar voldoende onderbouwing
Mijn eerste, misschien wel belangrijkste suggestie: doe aan verslaglegging, zorg voor aantoonbaar voldoende onderbouwing. Zorg dat je bij de rechter een verhaal hebt en antwoord kunt geven op vragen. Rechters willen informatie. Jij bent het die die informatie kunt, ja moet geven. Dat verwachten rechters van jou. Als jij bij de rechter met de mond vol tanden staat, dan heb je de zaak eigenlijk al verloren.
Leg dus vast wat je doet en wat je afwegingen daarbij zijn. ‘Wat – hoe – en waarom’ dus. Doe dat bij:
- de risicoanalyse
- het beheersplan
- de uitvoering
- de monitoring
- de bijsturing
Suggestie 2
wees altijd bedacht op de zorgplicht als basisverplichting
Ik geef je drie voorbeelden.
Voorbeeld a veiligheidsmaatregelen
Voortaan moet ook de luchtkwaliteit aan bepaalde eisen voldoen. Dus zul je moeten meten. Dat meten gebeurt in belaste toestand, want de meetresultaten moeten representatief zijn. Stel je voor: een meetinstrument bij het bassin, rondrennende kinderen, rondvliegende ballen… Jouw meetinstrument zou wel eens geraakt kunnen worden, met een behoorlijke schade van dien. Erger: dat meetinstrument zou wel eens op een bezoeker kunnen vallen, met ernstig letsel als gevolg.
Je zult dus veiligheidsmaatregelen moeten nemen. Dat doe je niet op basis van je beheersplan, want dat beheersplan is er nog niet. Met de metingen zit je nog in de fase van de risicoanalyse die aan het beheersplan vooraf gaat.
Veiligheidsmaatregelen neem je dus op basis van je zorgplicht. Bijvoorbeeld door:
- bij de kassa een papier op te hangen met de waarschuwing dat binnen gemeten wordt
- datzelfde papier op te hangen in de kleedhokjes
- het meetgebied af te zetten met linten of pionnen
- er op toe te zien dat niet met ballen wordt gegooid
Simpele maatregelen dus waarmee je op een goede manier omgaat met je zorgplicht.
Voorbeeld b communicatie
In de wandelgangen heb ik wel geluiden gehoord als: “Ach, die zorgplicht en al dat juridisch gedoe, dat is iets voor het management. Voor ons mensen op de werkvloer speelt dat niet.”
Ik vraag mij af of dat zo is. Voorbeeld: stel, jij hebt een functie op de werkvloer. Je staat zogezegd aan de rand van het bassin. Je ziet ergens dat een of andere bout in een ophangconstructie er niet goed uitziet. Je denkt dat de bout vroeg of laat zelfs kan breken met alle gevolgen van dien. Op grond van de zorgplicht moet ook jij maatregelen nemen. Welke maatregelen? Nou, heel eenvoudig: meld het bij je leidinggevende, zodat hij/zij verdere maatregelen kan nemen. Doe je dat niet, dan zou de rechter jou wel eens kunnen vragen waarom je niet hebt gemeld en vervolgens jou (mede) aansprakelijk kunnen houden.
Dit voorbeeld laat zien dat de zorgplicht niet beperkt is tot het management, maar iedereen raakt die binnen de badinrichting werkzaam is.
Voorbeeld c gebruik buiten reguliere openingstijden
Stel, na sluitingstijd wil een vereniging gebruik maken van je badinrichting. Die vereniging draagt een bijzondere verantwoordelijkheid voor de gang van zaken tijdens dat gebruik.
Toch verwacht de wetgever van jou dat je nagaat of het verantwoord is dat de vereniging zonder aanwezigheid van jouw personeel gebruik maakt van je badinrichting. Zorgplicht dus. Hoe doe je dat? Volgens de Nota van Toelichting bij het nieuwe Bhvbz:
- moet jij een inschatting maken of gebruikers wel voldoende kennis en ervaring hebben hoe zij bijvoorbeeld in onhygiënische of onveilige situaties moeten optreden en hoe zij met hulp- en reddingsmiddelen moeten omgaan
- verwacht de wetgever dat je de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken contractueel vastlegt
- moeten de nodige middelen om onhygiënische of onveilige situaties het hoofd te bieden, aanwezig en bereikbaar zijn
Dus ook bij gebruik van je badinrichting buiten de reguliere openingstijden blijf jij als houder verantwoordelijkheid houden.
Suggestie 3
houd opleidingsniveau’s op peil / huur kennis en kunde in
Een citaat uit de Nota van Toelichting bij het nieuwe Bhvbz:
Daarbij wordt er een groter beroep gedaan op de kennis en kunde van de houder, dan wel op diens verantwoordelijkheid om zich deze kennis en kunde eigen te maken dan wel in te huren.
‘Kennis en kunde zich eigen maken’ betekent dat je je opleidingsniveau op peil moet houden. En niet alleen jouw eigen opleidingsniveau, maar ook dat van je personeel. Slechts een paar voorbeelden:
- volg cursussen
- laat je personeel cursussen volgen
- geef je toezichthouders een exemplaar van je toezichtplan en werkplekinstructies
- toets en bespreek met regelmaat de kennis van je toezichthouders van deze stukken
‘Kennis en kunde inhuren’ betekent dat je derden inschakelt, bijvoorbeeld omdat je de kennis en kunde niet in huis hebt, omdat je de kennis en kunde je niet op korte termijn eigen kunt maken, omdat je capaciteitsproblemen hebt.
In het verlengde hiervan ligt het inwinnen van informatie bij deskundigen.
Het opleidingsniveau en het inhuren van kennis en kunde komt heel nadrukkelijk naar voren bij de zorgplicht. Voorbeeld: in jouw badinrichting is iets niet in de haak. Risico dus. Op een gegeven moment verwezenlijkt dat risico zich door een ongeval. Je wordt aansprakelijk gesteld omdat je geen maatregelen hebt genomen om het ongeval te voorkomen. Jouw verweer bij de rechter: “Ik wist niet dat het risico bestond.” De rechter zal dat verweer niet accepteren. Hij zal verder wroeten: had je kunnen weten dat het risico bestond? Als jij redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat het risico aanwezig was, dan had je maatregelen moeten nemen. Juist het criterium ‘redelijkerwijs kunnen vermoeden’ zal worden getoetst aan jouw kennis en kunde, dus aan jouw opleidingsniveau en aan de inhuur van derden.
Tip: kijk in dit verband ook eens naar suggestie 5.
Suggestie 4
pas de zorgplicht en de risicoanalyse toe op alle 16 onderwerpen van artikel 3 Bhvbz
De zorgplicht heeft de wetgever opgehangen aan 16 onderwerpen. Je vindt die onderwerpen in artikel 3 van het Bhvbz. Op al die onderwerpen heb jij een zorgplicht. Op al die onderwerpen zul je een risicoanalyse moeten uitvoeren. Doe je dat niet, vergeet je een onderwerp, dan kun je aansprakelijk worden gehouden.
Suggestie 5
betrek bijlage II bij de risicoanalyse en het beheersplan
Het Bhvbz zegt dat je bij de risicoanalyse en bij het beheersplan bijlage II in acht moet nemen. Je zult dus de risicoanalyse en het beheersplan moeten opstellen volgens bijlage II. Doe je dat niet of wijk je af van bijlage II, dan kun je aansprakelijk worden gehouden.
Bij mijn derde suggestie heb ik gesproken over opleidingsniveau. Bijlage II bij het nieuwe Bhvbz gaat expliciet in op maatregelen met betrekking tot personeel. Daarbij gaat het om opleidingen, deskundigheid en vaardigheden, bijscholing, training, oefening en integriteit. Welke risico’s zie jij als het gaat om opleidingsniveau en integriteit? Welke maatregelen wil jij nemen als het gaat om scholing, training, oefening, integriteit? Zowel in je risicoanalyse als in je beheersplan zul je heel nadrukkelijk op deze onderwerpen moeten ingaan.
Conclusie
Zoals ik in mijn vorige artikel heb opgemerkt, zijn deze suggesties geen blauwdruk. Wel kun je met de suggesties risico’s op ongevallen en aansprakelijkheid beheersen. Zo zul je het snel juridisch goed doen.
Ten slotte
Heb jij vanuit jouw praktijkervaring misschien andere suggesties? Reageer dan op mijn blog en deel ze. Heb je vragen of behoefte aan ondersteuning? Schroom dan niet contact op te nemen.
Geef een reactie