Waarschijnlijk zal op 1 januari 2016 het nieuwe Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvbz) in werking treden. Dat heeft gevolgen, met name voor houders van badinrichtingen.
Ben jij houder van een badinrichting? Vraag jij je af wanneer jij het juridisch goed doet onder het nieuwe Bhvbz? Dan mag ik jou uitnodigen verder te lezen. In dit artikel geef ik namelijk antwoord op deze vraag met een aantal suggesties. In een volgend artikel zal ik de suggesties verder toelichten.
Geen middelvoorschriften, maar doelvoorschriften
Met het nieuwe Bhvbz verdwijnen middelvoorschriften. Daarvoor in de plaats komen doelvoorschriften. Daarmee zegt de wetgever eigenlijk: “houders moeten ervoor zorgen dat hun badinrichting voor bezoekers hygiënisch en veilig is. De zorgplicht en de cyclus risicoanalyse zijn de belangrijkste instrumenten waarmee deze doelstellingen kunnen worden gerealiseerd. Hoe houders dat doen, is aan hen.”
Nieuwe Bhvbz betekent kansen
Het nieuwe Bhvbz geeft jou meer verantwoordelijkheid. Je hebt meer vrijheid om je eigen koers te bepalen. Meer vrijheid betekent meer ruimte voor maatwerk en innovatie. Nieuwe kansen dus.
Betekent het nieuwe Bhvbz ook meer risico’s?
Het houden van een badinrichting brengt nu eenmaal risico’s met zich. Denk aan ongevallen, ziektes, verdrinking. Denk ook aan handhavingsmaatregelen en procedures bij de strafrechter en de burgerlijke rechter over aansprakelijkheid. Denk verder aan imagoschade en negatieve publiciteit. Al deze risico’s loop je onder het huidige Bhvbz ook al. Het nieuwe Bhvbz maakt dat niet anders.
Mijn boodschap: staar je niet blind op risico’s
Moet je nu denken: straks krijg ik meer verantwoordelijkheden, DUS ben ik aansprakelijk en DUS kom ik voor dat hekje te staan? Nee, natuurlijk niet. Zeker, op zichzelf is het goed als jij je bewust bent van de risico’s. Maar staar je daar alsjeblieft niet op blind. Als jij op een goede manier omgaat met de zorgplicht en de cyclus risicoanalyse, dan zullen risico’s als ongevallen en aansprakelijkheid niet snel aan de orde zijn.
Wanneer doe ik het juridisch goed?
Belangrijker is dus de vraag: wanneer doe ik het juridisch goed? Begin 2015 heb ik samen met Sportfondsen Nederland B.V. en C-mark B.V. seminars gegeven over het nieuwe Bhvbz. Tijdens die seminars heb ik op deze vraag antwoord gegeven met een groot aantal suggesties. Deze suggesties zijn met name afgeleid uit de wettekst van de zorgplicht, de wettekst van de risicoanalyse en uit de bedoeling van de wetgever.
Enkele suggesties
Om enkele suggesties te noemen:
- zorg voor aantoonbaar voldoende onderbouwing
- wees altijd bedacht op de zorgplicht als basisverplichting
- houd opleidingsniveau’s op peil / huur kennis en kunde in
- pas de zorgplicht en de risicoanalyse toe op alle 16 onderwerpen van artikel 3 Bhvbz
- betrek bijlage II bij de risicoanalyse en het beheersplan
Zoals gezegd, zal ik in een volgend artikel deze suggesties verder toelichten.
Geen blauwdruk
De suggesties zijn niet bedoeld als blauwdruk. Het is dus niet zo dat de wereld bij mijn suggesties begint en ophoudt. De bovengenoemde suggesties zijn maar een kleine greep uit de suggesties die ik tijdens de seminars heb aangereikt. Ook zul jij vanuit jouw praktijkervaring waarschijnlijk nog meer suggesties kunnen bedenken.
Conclusie
In dit artikel heb ik je op het hart willen drukken je niet blind te staren op risico’s op ongevallen en aansprakelijkheid. Belangrijker is de vraag: wanneer doe ik het juridisch goed? Ik heb je een aantal suggesties aangereikt waarmee je risico’s kunt voorkomen, beperken en beheersen. Zo zul jij het snel juridisch goed doen.
Geef een reactie