Graag wil ik iets met je delen: mijn grootste passie. Waarom? Omdat de mond nu eenmaal overloopt waar het hart vol van is. Dat mag wel voor een keertje. Verwacht van mij in dit artikel daarom geen juridische beschouwingen, geen uitleg over wetten en regels, geen uitspraken van rechters, geen praktische tips. Wat kun je wel verwachten?
Gedachten, beschouwingen, ontboezemingen, soms een beetje filosofisch en misschien hier en daar wat zweverig, maar wel recht uit mijn hart.
Mijn grootste passie
Mijn grootste passie is het recht. Dat komt omdat het recht in dienst staat van de mens. Eigenlijk is mijn grootste passie de mens, omdat de mens van nature hunkert naar recht. Het is de mens die als een rode draad door het recht heen loopt.
Een vergelijking
Laat ik een vergelijking maken. Artsen moeten, denk ik, hun beroep zien als een roeping. Waarom? Omdat het vak zo interessant is? Dat zal ongetwijfeld. Maar er is meer: artsen hebben te maken met mensen. Artsen stellen hun kennis en hun talenten in dienst van de mens. Zij geven de mens zijn gezondheid weer terug. Daardoor mag de mens weer leven, onbezorgd en onbelemmerd (uit medisch oogpunt dan).
Ook juristen geroepen
Zo is ook het recht in zekere zin een roeping. Juristen zijn geroepen om de mens recht te verschaffen. Door recht te verschaffen kan de mens leven, in vrede samen met zijn medemens. Het recht staat in dienst van de mens en van de samenleving waarvan de mens deel uitmaakt.
Van alle tijden
Het recht is van alle tijden. Laat ik mij beperken tot twee voorbeelden. In de meest archaïsche samenlevingen van weleer komen we recht tegen. Primitief, vaak straffend. Maar toch, het is recht. En dan het oude Romeinse recht. Het is haast niet voor te stellen hoe dat recht van meer dan 2000 jaar geleden zo’n stempel heeft weten te drukken op ons hedendaagse recht.
Het recht is nooit af
Het recht is nooit af. Het is constant in beweging en ontwikkelt zich voortdurend. Het recht ontwikkelt zich met de tijdgeest. Het is de mens die met zijn vermogen tot denken het recht maakt tot een continue dynamiek. Het recht is een product van de menselijke geest, een geest die door alle eeuwen heen zoekend is. Zoekend en hunkerend naar orde, rust, vrede, rechtvaardigheid.
Verbondenheid
Hierover doordenkend, ontstaat iets van verbondenheid. Verbondenheid met mensen die vòòr ons hebben geleefd en die het recht hebben gemaakt tot dat wat het nu is. Verbondenheid ook met mensen die na ons komen en die te maken krijgen met recht dat door ons is gevormd. Op hun beurt zullen zij het recht verder ontwikkelen, voor toekomstige generaties. Ergens overweldigt deze gedachte mij. In alle nietigheid die ik ben, plaatst zij mij in de grootse geschiedenis en toekomst van de mensheid.
‘Het’ recht bestaat niet
Eigenlijk bestaat ‘het’ recht niet. Recht is immers nooit zwart-wit, maar altijd een grijs gebied waarover verschillend kan worden gedacht. Wat de één ziet als recht, zal de ander ervaren als onrecht. Dat betekent nogal wat. Allereerst betekent dit dat elke mens ruimte moet worden gegund om over recht te denken en zich daarover te uiten zoals het hem goeddunkt. Recht is de moeder van respect voor vrije meningsuiting. Verder ligt hier een duidelijk verband met conflictbeslechting. Uiteindelijk is het de rechter die knopen mag doorhakken en zo mag bijdragen aan de vorming en verdere ontwikkeling van het recht.
Knappe koppen
Het zijn trouwens niet alleen rechters die met hun uitspraken richting geven aan het recht. Ook wetenschappers dragen op onvoorstelbaar knappe wijze bij aan de vorming van het recht. En wat te denken over grote denkers die hun hoofd hebben gebroken over vragen als ‘wat is recht?’, ‘wat is orde?’, ‘wat is rechtvaardigheid?’, ‘wat is redelijkheid en billijkheid?’. Ook hun bijdrage aan de vorming en ontwikkeling van het recht is fabuleus.
Het recht ordent
Het recht ordent samenlevingen. Het reikt de mens spelregels aan, regels volgens welke de mens het spel van het samen-leven met andere mensen kan spelen. Zo staat het recht in dienst van de mens en van de samenleving waarvan de mens deel uitmaakt. Dit komt op alle mogelijke manieren tot uitdrukking.
Recht in dienst van de mens
Zet twee mensen bij elkaar en het gedonder begint al. De één meent rechten te hebben, de ander voelt verplichtingen. En omgekeerd. De vragen (en problemen) die daaruit voortkomen, kunnen uit juridisch oogpunt vreselijk gecompliceerd zijn. Hoe kom je daar uit? Hoe regel je de (rechts)betrekking tussen die twee? Hoe bereik je dat deze twee mensen samen door één deur kunnen? Hoe creëer je een resultaat dat voor beiden redelijk en billijk is? Het recht wil hier antwoorden op geven.
Hakken in het zand
Soms worden de antwoorden van het recht door mensen niet geaccepteerd. Ze zijn overtuigd van hun eigen gelijk. Hakken worden in het zand gezet en stellingen betrokken. Een verschil van inzicht is verworden tot een conflict. De rechter mag het zeggen.
Mag van het recht worden afgeweken?
Het kan ook zijn dat de antwoorden van het recht niet worden geaccepteerd, omdat die antwoorden voor beide partijen onredelijk zijn. Weliswaar passen de antwoorden geheel binnen het recht, maar pakken ze zo onrechtvaardig, zo onredelijk uit, dat niemand er vrede mee heeft. De grote vraag die zich dan aandient, is of van het recht zodanig mag worden afgeweken dat er wel een rechtvaardige en redelijke oplossing komt. Ook daar is het de rechter die een uitweg moet zien te vinden.
Ongelijkwaardigheid
En wat te doen als sprake is van ongelijkwaardigheid tussen mensen, als de één meer macht heeft dan de ander, als de ander afhankelijk is van de één en daarom geen keuze meer heeft? Denk aan relaties tussen overheden en burgers of aan relaties tussen producenten en consumenten. Hoe om te gaan met zwakkeren in onze samenleving? Wat kan het recht betekenen om hier een uitweg in te vinden, een uitweg die niet alleen rechtvaardig is, maar ook in alle redelijkheid en billijkheid recht doet aan àlle partijen, ook aan de zwakkere?
Recht in dienst van de samenleving
Dit zie je bijvoorbeeld in het strafrecht, waar het Openbaar Ministerie (OM) van de strafrechter eist dat een mens wordt bestraft. Het OM eist de straf namens de samenleving. De straf die iemand krijgt, geldt als vergelding voor het leed dat die mens met zijn daad de samenleving heeft aangedaan. Tegelijkertijd moet de strafoplegging afschrikwekkend werken. De straf moet als voorbeeld dienen voor alle mensen in de samenleving om niet dezelfde fout te begaan. Zo wil het strafrecht bereiken dat wij allen in onze maatschappij veilig en in vrede kunnen samen-leven.
Recht in dienst van de samenleving zie je ook in het omgevingsrecht. Dat recht wil de fysieke leefomgeving beschermen. De fysieke leefomgeving is de ruimte waarin we leven, maar ook het milieu, de natuur en het water. Door menselijke activiteiten kan de fysieke leefomgeving worden bedreigd, ja zelfs worden aangetast. Dit kan ten koste gaan van mensen die juist belang hebben bij een ongeschonden leefomgeving. Het recht springt hierin bij door menselijke activiteiten aan regels te onderwerpen. Ter bescherming van de fysieke leefomgeving en ter bescherming van de mensen die daar belang bij hebben.
Maar soms schiet het recht door in bescherming. Menselijke activiteiten zijn haast onmogelijk geworden. Maatschappelijke en economische ontwikkeling lijken niet meer vanzelfsprekend, ondernemerschap ligt aan banden. De komende Omgevingswet wil een balans creëeren tussen bescherming van de fysieke leefomgeving en ontwikkeling.
Afronding
Recht is nooit af, ook deze beschouwingen niet. Tot nu toe kom ik telkens uit bij de mens. Het is iedere keer weer de mens die in het samen-zijn met de medemens een probleem ondervindt en wil dat hem recht wordt verschaft. De gerichtheid van het recht op de mens, dat is waar ik waarschijnlijk nog vele pagina’s over zou kunnen schrijven. Dankbaar en trots ben ik dat ik op mijn bescheiden manier mag bijdragen aan een stukje rechtvaardigheid in dit leven.
Recht, het is uit het leven gegrepen. Wat is het toch mateloos boeiend en fascinerend…
Geef een reactie