Verkeerde prijs, het is uit het leven gegrepen. De verkoper biedt zijn product te koop aan voor een prijs waarvan je zegt: “Dat kan niet waar zijn.” Een paar schoenen bijvoorbeeld, dat in een luxueuze schoenenwinkel normaal € 200,00 kost, wordt te koop aangeboden voor € 20,00. Zomaar een nul vergeten of de komma verkeerd gezet. Een vergissing, een verschrijving. Kan de consument de verkoper houden aan de prijs van € 20,00? Deze vraag overkwam recent Leen Bakker en eerder (in 2008) postorderbedrijf Otto.
Totstandkoming overeenkomst
Kan de consument de verkoper houden aan de prijs van € 20,00? Ja, dat kan. Maar dan moet er wel een overeenkomst tot stand zijn gekomen voor de verkoop van het paar schoenen voor die prijs. En dat is nog niet gemakkelijk om te beoordelen.
Uitgangspunt is dat overeenkomsten tot stand komen door een aanbod en een aanvaarding van dat aanbod. De consument zal de prijs van € 20,00 wel aanvaarden, daar ligt het probleem niet. Het probleem ligt aan de kant van het aanbod: kan het aanbod tot verkoop van het paar schoenen voor de prijs van € 20,00 wel serieus genomen worden? Is met andere woorden wel sprake van een geldig aanbod? Dat is de vraag die juridisch moet worden beantwoord.
Totstandkoming geldig aanbod
Wilsleer
Een aanbod is juridisch een rechtshandeling. Wil sprake zijn van een rechtshandeling, dan moet de (interne) wil gericht zijn op rechtsgevolg. Bovendien moet de wil zich door een verklaring hebben geopenbaard.
Wat betekent dit? De interne wil moet zijn gericht op rechtsgevolg. De verkoper moet uit zichzelf de wil hebben om een paar schoenen te verkopen voor de prijs van € 200,00. Dat is leuk en aardig, maar als consument kan ik de verkoper niet in zijn hoofd kijken. Dus moet de verkoper zijn wil openbaren door een verklaring. De interne wil van de verkoper om het paar schoenen te verkopen voor € 200,00 kan worden geopenbaard bijvoorbeeld door een prijskaartje bij het paar schoenen te zetten. Dankzij het prijskaartje weet ik als consument wat de verkoper wil.
Stel nu dat op dat prijskaartje een prijs staat niet van € 200,00, maar van € 20,00. Blijkbaar wil de verkoper het paar schoenen voor die prijs verkopen. Althans, als consument maak ik dit uit het prijskaartje op.
Nu kan de verkoper zeggen: “Ja, luister eens, ik heb weliswaar bij het paar schoenen een prijskaartje gezet van € 20,00. Maar dat wil ik helemaal niet. Ik heb mij vergist, verschreven, niet zo bedoeld. Erg vervelend allemaal, maar ik wil het paar schoenen verkopen voor € 200,00. Dat is de prijs en daarmee basta.”
Duidelijk is dat verklaring (€20,00) en wil (€ 200,00) niet met elkaar overeenstemmen. Van een geldig aanbod is dan ook geen sprake. En als er geen aanbod is, valt ook niks te aanvaarden, zodat er geen overeenkomst tot stand komt.
Vertrouwensleer
Maar, mocht de consument dan niet erop vertrouwen dat het prijskaartje wel degelijk de openbaring is van datgene wat de verkoper wil, namelijk dat hij het paar schoenen wenst te verkopen voor de prijs van € 20,00?
Alles zal afhangen van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. De consument zal niet steeds zonder meer op de verklaring van de verkoper mogen afgaan. Zo zal onder omstandigheden van de consument mogen worden gevergd dat hij nader onderzoek doet naar de werkelijke bedoelingen van de verkoper. De consument dient dan na te gaan of de verkoper wel beseft wat hij heeft verklaard.
Het hangt er dus maar van af of de consument onder de gegeven feiten en omstandigheden mocht vertrouwen dat de prijsstelling inderdaad ook werkelijk zo bedoeld is. Als de consument daarop gerechtvaardigd mag vertrouwen, dan is de conclusie dat wel degelijk sprake is van een geldig aanbod. Aanvaarding van dat aanbod leidt tot een overeenkomst, zodat de consument de verkoper kan houden aan de prijs van € 20,00. Hoe spijtig ook voor de verkoper.
Samenvattend
Normaal gesproken komen wil en verklaring met elkaar overeen. In de wilsleer is dan sprake van een geldig aanbod. Als een dergelijk aanbod wordt aanvaard, komt een overeenkomst tot stand.
Als wil en verklaring niet met elkaar overeenstemmen (bijvoorbeeld door een vergissing of verschrijving), dan is het maar afhankelijk van de vraag of en in hoeverre de consument zich kan beroepen op zijn gerechtvaardigd vertrouwen. Dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. In dit kader kan de consument de plicht hebben te onderzoeken of de verkoper wel beseft wat hij heeft verklaard. Als de consument zich kan beroepen op zijn gerechtvaardigd vertrouwen, dan is in de vertrouwensleer alsnog sprake van een geldig aanbod en komt door aanvaarding van dat aanbod een overeenkomst tot stand.
Leen Bakker
Media-aandacht
Zoals gezegd, overkwam het geschetste probleem van verkeerde prijsstelling recent nog Leen Bakker. Het ging in die zaak om hoogslapers die te koop waren aangeboden voor (onder meer) € 24. De zaak heeft in de media veel aandacht gehad. Op NOS.nl bijvoorbeeld zijn meerdere artikelen hierover verschenen. Uiteindelijk heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 oktober 2017 in kort geding uitspraak moeten doen.
Vonnis Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Koopovereenkomst?
In het vonnis van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant zie je keurig de opbouw van de redenering zoals ik die hierboven heb geschetst. In rechtsoverweging 3.3 van het vonnis formuleert de rechtbank de rechtsvraag waar zij zich voor gesteld ziet. De vraag is, aldus de rechtbank, of tussen Leen Bakker en de consumenten koopovereenkomsten tot stand zijn gekomen met betrekking tot hoogslapers voor de prijs van € 24. Bij de beantwoording van die vraag is van belang dat een koopovereenkomst tot stand komt door een aanbod en een aanvaarding van dat aanbod (rechtsoverweging 3.4). Dus moet de rechtbank onderzoeken of aan de kant van Leen Bakker sprake is van een geldig aanbod (rechtsoverweging 3.4). Maar de rechtbank moet ook onderzoeken of aan de kant van de consumenten sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen (rechtsoverweging 3.5).
Wil en verklaring Leen Bakker
De vraag of aan de kant van Leen Bakker sprake is van een geldig aanbod onderzoekt de rechtbank in de rechtsoverwegingen 3.7 tot en met 3.11 onder het kopje ‘Wil en verklaring’. In rechtsoverweging 3.11 concludeert de rechtbank dat Leen Bakker niet de wil had om de hoogslapers te koop aan te bieden voor € 24. Dus was in de wilsleer geen sprake van een geldig aanbod.
Gerechtvaardigd vertrouwen consumenten
De vraag of aan de kant van de consumenten sprake is van een gerechtvaardigd vertrouwen onderzoekt de rechtbank in de rechtsoverwegingen 3.12 tot en met 3.16 onder het kopje ‘Gerechtvaardigd vertrouwen’. In rechtsoverweging 3.15 concludeert de rechtbank dat de consumenten er, gelet op de omstandigheden genoemd in de rechtsoverwegingen 3.13 en 3.14, niet redelijkerwijs van mochten uitgaan dat de prijs van € 24 voor de hoogslapers juist was.
In rechtsoverweging 3.16 overweegt de rechtbank verder nog dat de consumenten onderzoek hadden moeten doen naar de juistheid van de prijs. Nu de consumenten zo’n onderzoek niet hebben verricht, kunnen zij naar het oordeel van de rechtbank geen beroep doen op een gerechtvaardigd vertrouwen. Dus was ook in de vertrouwensleer geen sprake van een geldig aanbod.
Eind van het lied
Tussen Leen Bakker en de consumenten zijn geen overeenkomsten tot stand gekomen. Dus hoeft Leen Bakker geen hoogslapers te leveren van € 24 (rechtsoverweging 3.17). Volledigheidshalve wijs ik nog op het media-bericht van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant over het vonnis op www.rechtspraak.nl.
Postorderbedrijf Otto
De uitspraak in de zaak van Leen Bakker is geheel in lijn met het arrest van het Hof ‘s-Hertogenbosch van 22 januari 2008 in een vergelijkbare zaak van postorderbedrijf Otto.
Heb jij je ook vergist in de prijs?
Wil jij weten of sprake is van een geldig aanbod? Wil jij weten of de consument zich kan beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen? Wil jij weten of de consument jou aan de verkeerde prijs kan houden? Neem dan gerust contact met mij op. Ik help je graag.
Geef een reactie